Paapspel - Loden paapschijf
Materiaal: lood
Diameter: 81 - 82 mm
Dikte: 13 - 14 mm
Gewicht: +-710 - 820 g
Paapgooien is een werpspel dat in verschillende streken een andere naam
draagt. In Oost- en West-Vlaanderen gaat het om kalleschieten of kollestekken.
Andere namen zijn teppeschieten, teppesol of schremkeschieten. Oorspronkelijk
was het een buurtspel, maar hier en daar in Europa is het uitgegroeid tot een
competitiesport met ploegen.
De benodigdheden voor paapgooien zijn: enkele schijven, een stop (paap) en
geldstukken. Als werpschijf worden loden schijven van +-780 gram gebruikt. De
paap wordt op een vlakke aarden ondergrond of grasveld geplaatst. De
muntstukken worden op de paap gelegd.
De spelers werpen van op acht meter met de schijven naar de paap. Tijdens de
eerste ronde is het de bedoeling de paap te raken zodat de muntstukken op de
grond terechtkomen. Een speler verzamelt punten met de muntstukken die dichter
bij de schijf liggen dan bij de paap. Elk muntstuk is een punt waard. In de
volgende rondes probeert elke speler de schijf zo dicht mogelijk bij de
resterende munten te werpen. Er wordt om beurten gegooid tot alle munten
verdeeld en opgeraapt zijn. Een tornooi bestaat uit acht verschillende rondes.
In elke ronde wordt de paap rechtgezet.
Diameter: 81 - 82 mm
Dikte: 13 - 14 mm
Gewicht: +-710 - 820 g
Paapgooien is een werpspel dat in verschillende streken een andere naam
draagt. In Oost- en West-Vlaanderen gaat het om kalleschieten of kollestekken.
Andere namen zijn teppeschieten, teppesol of schremkeschieten. Oorspronkelijk
was het een buurtspel, maar hier en daar in Europa is het uitgegroeid tot een
competitiesport met ploegen.
De benodigdheden voor paapgooien zijn: enkele schijven, een stop (paap) en
geldstukken. Als werpschijf worden loden schijven van +-780 gram gebruikt. De
paap wordt op een vlakke aarden ondergrond of grasveld geplaatst. De
muntstukken worden op de paap gelegd.
De spelers werpen van op acht meter met de schijven naar de paap. Tijdens de
eerste ronde is het de bedoeling de paap te raken zodat de muntstukken op de
grond terechtkomen. Een speler verzamelt punten met de muntstukken die dichter
bij de schijf liggen dan bij de paap. Elk muntstuk is een punt waard. In de
volgende rondes probeert elke speler de schijf zo dicht mogelijk bij de
resterende munten te werpen. Er wordt om beurten gegooid tot alle munten
verdeeld en opgeraapt zijn. Een tornooi bestaat uit acht verschillende rondes.
In elke ronde wordt de paap rechtgezet.